Behandeling van stotteren
Er bestaan verschillende en zelfs totaal uiteenlopende behandelmethoden voor stotteren. Eén van de redenen voor deze diversiteit is dat niet alle therapeuten het eens zijn over de precieze aanpak bij stotteren, omdat het door veel verschillende domeinen (spreektechnisch, taal, emotioneel, cognitief) beïnvloed wordt.
In mijn praktijk wordt een directe therapie toegepast. Dit wil zeggen dat het stotteren zelf wordt aangepakt, rechtstreeks door met de patiënt zelf te werken. Bij kinderen krijgen de ouders informatie en tips en worden ze begeleidt en betrokken doorheen de hele therapie. Er wordt tevens verwacht dat ze actief meewerken aan de verbetering van het spreken van hun kind.
De behandeling bij kinderen omvat een combinatie van verschillende wetenschappelijk ondersteunde therapieprogramma's ten einde terug vloeiende spraak te bekomen, zoals het GILCU-Program (Gradual Increase in Length and Complexity of Utterance) van Bruce Ryan, het Lidcombe Program van Mark Onslow, het PFCT-R (Personalized Fluency Control Therapy-Revised) van Cooper & Cooper, …
Bij adolescenten en volwassenen ligt het accent veeleer op het aanleren van stottercontrole technieken om de onvloeiendheden te kunnen controleren.
Naast het verminderen/elimineren van het aantal stottermomenten, wordt tijdens de behandeling ook aandacht geschonken aan de secundaire stotterkenmerken (al de bijbewegingen en gedragingen die met de kernstotters gepaard gaan). In tegenstelling tot de stotters zelf (de herhalingen, verlengingen en blokkeringen) is dit een aangeleerd gedrag en kan dit dan ook afgeleerd worden.
De behandeling omvat eveneens een emotionele-cognitieve begeleiding, aangepast aan de noden van de patiënt. De eventuele negatieve gevoelens zoals angst, schaamte, frustratie die bij het stotteren gepaard gaan evenals de eventuele negatieve gedachten over het spreken of over zichzelf zullen aangepakt worden. Er zal getracht worden een positiever, realistischer zelfbeeld, meer vertrouwen in het spreken en meer zelfvertrouwen te ontwikkelen.
Doorheen de hele therapie wordt gewerkt aan de generalisatie en de automatisatie van het geleerde. Er worden oefeningen en opdrachten meegegeven om tijdens dagelijkse spreeksituaties uit te voeren om zo overal een verbetering van het spreken te bereiken.
Er wordt ook een spraakmotorische training gegeven. Dit zijn oefeningen, puur spreektechnisch, om de zwakke spraakmotoriek, die aan de basis van het stotteren ligt, extra te trainen. Een voorbeeld is de syllabe training Oral Motor Training Program van Riley & Riley.